En zoals het altijd gaat met het aanleren van iets nieuws: in theorie en in eerste instantie lijkt het allemaal wel duidelijk te zijn, maar bij het oefenen is het altijd lastig die theorie ook in de praktijk te brengen. Dan wil het soms gewoon ‘even niet lukken’.
Maar als je weet dat er eerst een terugval moet zijn om vervolgens weer te kunnen klimmen, is dat dus niet zo’n probleem.
Het nieuwe systeem vergt vooruitbewegen: als je weet waar de aanval komt, moet je al bewogen hebben voordat die aanval er is. Niet achteraf, dan ben je te laat. Daarna de overgang tot de eigen aanval, met dus ook weer vooruitbewegen wat de aanloop betreft, meteen weer gevolgd door de paraatstand voor de verdediging. Kortom: het gaat maar door! Dat vergt veel anticipatie, en daar gaat het ook om, dat is namelijk tweederde van het werk…
Vanavond een oefenwedstrijd tegen Heyendaal om te kijken hoe het ‘onder druk’ gaat. Voor een deel beter, want geconcentreerder, voor een deel slechter, want allemaal nog nieuw. Daarom is het resultaat ook minder van belang (behalve voor de ex-Heyendalers waarschijnlijk), maar meer of we gewoon kunnen volleyballen.